Een 60-jarige man is erin geslaagd een pensioen van 3 126,83 euro te innen nadat dit in eerste instantie was geweigerd door de sociale zekerheid, zo oordeelde het Hooggerechtshof van Baskenland (TSJPV). De rechtbank heeft het recht van de werknemer erkend om de vervroegde uitkering tegen 100% van de wettelijke basis te ontvangen na het verwerpen van het aanvankelijke beroep van het Nationale Socialezekerheidsinstituut.
De eiser, een werknemer met 33 premiejaren die sinds zijn kindertijd was getroffen door poliomyelitis met een erkende mate van invaliditeit van 46%, vroeg een absoluut blijvend invaliditeitspensioen aan bij het bereiken van de leeftijd van 60 jaar, maar zijn aanvraag werd afgewezen omdat hij niet voldeed aan het minimum aantal premiejaren.
In dit verband besloot de eiser, met een aanvankelijk als 33% erkende mate van invaliditeit in 1986 en verhoogd tot 46% in 2013, in 2020 vervroegd pensioen wegens invaliditeit aan te vragen op grond van Koninklijk Besluit 1851/2009. Volgens de uitspraak STSJ PV 1711/2023 wees het INSS zijn aanvraag af en vroeg het zich af of de werknemer een dergelijk recht waardig was, ondanks het feit dat de eiser 12.112 dagen (ongeveer 33 jaar) had bijgedragen, aangezien hij niet de 12.775 dagen had bereikt die door de regelgeving worden vereist.
Eerdere afwijzing en latere aanvaarding
Ten eerste wees de Sociale Zekerheid de aanvraag af op grond van het feit dat hij niet voldeed aan de minimumleeftijd en premievereisten voor vervroegd pensioen. Bovendien paste de RSZ de invaliditeitsverminderingscoëfficiënt niet toe omdat ze van mening was dat haar geval niet aan de wettelijke voorwaarden voldeed. Met andere woorden, de Sociale Zekerheid gaf geen toegang tot vervroegd pensioen wegens invaliditeit door vrijwillig vervroegd pensioen toe te passen.
Aan de andere kant betwijfelde de sociale zekerheid ook of de verhoging van het percentage erkende invaliditeit vanaf 2013 met terugwerkende kracht kon worden toegepast, met het argument dat het nieuwe pathologieën weerspiegelde en niet slechts een update van de gevolgen van de ziekte.
Na verschillende mislukte eerdere claims besloot de eiser een rechtszaak aan te spannen die, na een lang proces, uitmondde in de erkenning van zijn recht op een pensioen van 100% van zijn wettelijke basis. Omdat hij niet tevreden was, legde hij de zaak voor aan de sociale rechtbank nr. 1 van Donostia-San Sebastián, die de werknemer in het gelijk stelde. Uiteindelijk erkende de rechtbank een vervroegd pensioen tegen 100% van zijn reglementaire basis, wat neerkwam op 3.126,83 euro per maand.
Uiteindelijk stelde de sociale zekerheid dat ze niet tevreden was met de beslissing en ging in beroep bij de TSJPV. De rechtbank concentreerde zich op het bepalen van de wettelijke vereisten om het brugpensioen te ontvangen.
Nu was de sociale zekerheid niet tevreden met deze beslissing, dus ging ze in beroep bij het Hooggerechtshof van Baskenland (Tribunal Superior de Justicia del País Vasco). De uitspraak bepaalde dat de eiser recht had op het volledige pensioen vanaf de datum van zijn oorspronkelijke aanvraag.
Voor de rechtbank vormden de restverschijnselen van poliomyelitis waaraan de eiser sinds zijn kinderjaren leed, een invaliderende ziekte die voldeed aan de vereisten van bijlage I bij Koninklijk Besluit 1851/2009 voor de toepassing van de coëfficiënten ter verlaging van de pensioengerechtigde leeftijd. Bovendien merkte de rechtbank op dat de eiser een mate van invaliditeit van 46% had, hoger dan het minimum van 45% dat door de regelgeving wordt vereist.
Wat de reglementaire basis betreft, oordeelde de rechtbank dat het pensioen moest worden berekend op 100% hiervan, d.w.z. 3.126,83 euro per maand, en dat er geen kortingen mochten worden toegepast. Hierdoor werd niet alleen het volledige recht van de eiser erkend, maar was de sociale zekerheid ook verplicht om het pensioen met terugwerkende kracht vanaf de ingangsdatum uit te betalen, wat ongeveer 113.000 euro kon bedragen voor de bijna drie jaar die waren verstreken tussen de eerste aanvraag en de definitieve beslissing van de rechtbank.